Waarom een West-Vlaams Partnerschap voor Levenslang Leren?

We leven in een wereld die voortdurend verandert. Trends als digitalisering en automatisering zijn niet meer te stoppen. Competenties raken in sneltempo verouderd en nieuwe competenties zijn nodig. Wil je als mens veerkrachtig zijn, jezelf blijven ontwikkelen en positief bijdragen aan onze maatschappij, dan moet je blijven leren.

Ook om professioneel mee te blijven en te groeien, is levenslang leren nodig, want de houdbaarheidsdatum van een diploma wordt hoe langer hoe beperkter. Zo raamt World Economic Forum dat, enkel om mee te kunnen blijven op de arbeidsmarkt, maar liefst de helft van de werknemers zich tegen 2025 moet omscholen.

Zowel voor je persoonlijke als professionele groei is  leren dus een noodzaak. De Europese Unie heeft daarom scherpe targets vooropgesteld: tegen 2025 moet 47 % van de 25- tot 64-jarigen in het voorbije jaar een opleiding hebben gevolgd, tegen 2030 moet dat percentage zelfs naar 60%. We zijn met Vlaanderen graag koploper, maar we halen die targets op vandaag bij lange na nog niet. We strandden in 2021 op 20,8 %, in 2017 was dat cijfer nog 22,9 %. We gaan er dus op achteruit, terwijl we net de vlucht vooruit zouden moeten nemen.

In West-Vlaanderen doen we het iets beter dan Vlaanderen en gaan we er zelfs voorzichtig op vooruit: in 2017 nam 24,9 % van de West-Vlaamse 25- tot 64-jarigen aan een opleiding deel tegenover 26,3 % in 2021. Toch is er geen reden tot enthousiasme. We hebben nog een lange weg te gaan om de 60% in 2030 te halen, en dat terwijl de uitdagingen in West-Vlaanderen nog scherper zijn dan in Vlaanderen. Zo hebben we in West-Vlaanderen te maken met meer vergrijzing en ontgroening. De provincie ligt ook letterlijk tegen grenzen aan, wat ons gevoeliger maakt voor internationale evoluties. We hebben sterke industriële sectoren maar de digitale transformatie gaat net in die sectoren extra snel. En onze bedrijven bestaan vooral uit KMO’s, voor wie het minder evident is om efficiënte leeromgevingen uit te bouwen. De krapte op de arbeidsmarkt is dan ook nog eens bijzonder scherp in West-Vlaanderen.

Omwille van deze factoren is de urgentie groter in West-Vlaanderen dan in Vlaanderen maar dat vertaalt zich niet in een beduidend betere deelname aan levenslang leren. Onze leercultuur is nog altijd beperkt; mensen voelen nog veel te weinig de nood om te blijven leren. Het West-Vlaamse aanbod van levenslang leren is ook niet altijd afgestemd op de specifieke noden in onze provincie, of het wordt nog te eng ingevuld vanuit een traditioneel klassikaal gebeuren. En in sommige regio’s zoals de Westhoek is er gewoon te weinig aanbod, wat voor een vicieuze cirkel zorgt: minder aanbod zorgt voor minder deelnemers, wat op zijn beurt tot minder gesubsidieerd aanbod leidt.